•
Indien u gebruik maakt van WEP (niet aanbevolen), selecteert u een WEP-
versleutelingsniveau, 40/64-bit (10 hexadecimale tekens) of 104/128-bit (26
hexadecimale tekens). De standaardinstelling is 40/64-bit (10 hexadecimale
tekens).
WPA2/WPA Mixed Mode (WPA2/WPA Gemengd), WPA2 Personal en WPA Personal
•
Voer een passphrase (wachtzin) in van 8 tot 63 tekens. De standaardwaarde is
password. Als u de installatiesoftware voor de installatie heeft gebruikt, dan is de
standaardwaarde veranderd in een unieke passphrase (wachtzin).
WPA Enterprise, WPA2 Enterprise en WPA2/WPA Enterprise Mixed (Gemengd)
•
Gebruikt in combinatie met een RADIUS-server. (U kunt deze optie dan ook alleen
gebruiken als een RADIUS-server met de router is verbonden.)
•
Voer het IP-adres van de RADIUS-server in.
•
Voer het poortnummer van de RADIUS-server in. De standaardinstelling is 1812.
•
Voer de door de router en RADIUS-server gedeelde sleutel in.
WEP
•
WEP is een standaard versleutelingsmethode die minder veilig is dan WPA.
•
Encryption (Versleuteling): Selecteer het WEP-versleutelingsniveau dat u wilt
gebruiken, 40/64 bits (10 hexadecimale tekens) of 104/128 bits (26
hexadecimale tekens). De standaardinstelling is 40/64-bit (10 hexadecimale
tekens).
•
Passphrase (Wachtzin): Voer een wachtzin in om automatisch de WEP-sleutel te
genereren. Klik vervolgens op
Generate
(Genereren).
•
Key 1 (Sleutel 1): Als u geen wachtzin heeft ingevoerd, kunt u de WEP-sleutel
handmatig invoeren.
•
.
Disabled (Uitgeschakeld)
Als u ervoor kiest draadloze beveiliging uit te schakelen, krijgt u bij de eerste keer dat u
het Internet op wilt gaan, een melding dat draadloze beveiliging is uitgeschakeld. U krijgt
de mogelijkheid om draadloze beveiliging in te schakelen of om te bevestigen dat u bekend
bent met de risico's, maar dat u verder wilt gaan zonder draadloze beveiliging.
Opmerking:
Als draadloze beveiliging is uitgeschakeld, kan iedereen op elk moment
toegang verkrijgen tot uw draadloze netwerk.
22