Page 476 / 889 Scroll up to view Page 471 - 475
Uw modem-router als router instellen
1.
Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde Ethernet-kabel aan op de Ethernet-
adapter van uw computer en het andere uiteinde op de Ethernet-poort op de
achterkant van de modem-router.
2.
Sluit het ene uiteinde van een Ethernet-kabel aan op de kabelpoort op de
achterkant van de modem-router en sluit het andere uiteinde aan op een vrije
Ethernet-poort op uw modem.
12
Page 477 / 889
3.
Sluit de voedingsadapter aan op de voedingsaansluiting en een stopcontact.
4.
Zet de computer aan die u wilt gebruiken voor de configuratie van de modem-
router.
5.
De lampjes voor Voeding, Wireless en Ethernet zouden moeten gaan branden (één
lampje voor elk(e) aangesloten computer/apparaat). Als dit niet het geval is,
controleer dan of de modem-router is ingeschakeld en of de kabels goed zijn
aangesloten.
13
Page 478 / 889
Geavanceerde configuratie
Als u de geavanceerde instellingen van de router wilt wijzigen, maak dan gebruik van het
hulpprogramma in de browser. U kunt het hulpprogramma openen via een webbrowser op
een computer met een internetverbinding. Voor ondersteuning bij het gebruiken van het
hulpprogramma klikt u rechts in het scherm op
Help
of gaat u naar onze website.
Het hulpprogramma in de browser openen
1.
Voor toegang tot het hulpprogramma in de browser, opent u een webbrowser op
uw computer en voert u het standaard Internet Protocol-adres (IP-adres)
192.168.1.1 in de adresbalk in. Druk vervolgens op Enter.
Opmerking:
Op Windows-computers kunt u het hulpprogramma in de browser ook
openen door de apparaatnaam in de adresbalk in te typen.
Er verschijnt een inlogscherm.
2.
Voer als 'Username' (Gebruikersnaam) 'admin' in.
3.
Voer bij
Password
(Wachtwoord) het wachtwoord in dat u tijdens de installatie
heeft gekozen. Als u het wachtwoord niet heeft gewijzigd tijdens de installatie, dan
voert u het standaardwachtwoord 'admin' in.
4.
Klik op
OK
om door te gaan.
14
Page 479 / 889
Het hulpprogramma in de browser gebruiken
Gebruik de tabbladen bovenin elk scherm om binnen het hulpprogramma te navigeren. De
tabbladen zijn ingedeeld op twee niveaus: de bovenste tabbladen (niveau 1) voor algemene
functies en de onderste tabbladen (niveau 2) voor de corresponderende specifieke
functies.
Opmerking:
Binnen deze gebruikershandleiding gebruiken we de namen van de bovenste
en onderste tabbladen om aan te geven over welke scherm we het hebben. Bijvoorbeeld:
'Setup > Basic Setup' (Installatie > Basisinstellingen) is het scherm wat u bereikt via het
tabblad van niveau 1 genaamd Setup (Installatie) en het tabblad op niveau twee genaamd
Basic Setup (Basisinstellingen).
Als u op een bepaald scherm instellingen wijzigt, moet klikken op
Save Settings
(Instellingen opslaan) om de wijzigingen toe te passen. Als u klikt op
Cancel Changes
(Wijzigingen annuleren), dan worden de wijzigingen ongedaan gemaakt. Deze knoppen
vindt u onderin het scherm.
Opmerking:
Voor meer informatie over de getoonde velden, klikt u rechts in het scherm op
Help
.
Setup > Basic Setup (Installatie > Basisinstellingen)
Het eerste scherm dat verschijnt, is het scherm "Basic Setup" (Basisinstellingen). Hier kunt
u de algemene instellingen van de router wijzigen.
DSL-modus (ATM/ADSL)
Language (Taal):
Selecteer uw taal. Als u een andere taal wilt instellen, selecteert u deze
via het dropdown-menu. De taal van het hulpprogramma in de browser wordt vijf seconden
nadat u een taal hebt gekozen, gewijzigd.
Internet Setup (Internetinstellingen):
Bij
Internet Setup
(Internetinstellingen) kunt u de
router configureren voor uw internetverbinding. De meeste gegevens kunt u opvragen bij
uw Internetprovider.
Internet Connection Type (Type Internetverbinding)
15
Page 480 / 889
Selecteer in het dropdownmenu het type Internetverbinding dat uw
Internetprovider biedt. De mogelijkheden zijn:
1.
Bridged Mode Only (Alleen Bridge-modus):
In deze modus is alleen de
DSL-modemfunctie beschikbaar. Alle gatewayfuncties zijn uitgeschakeld.
Als deze optie is geselecteerd, hoeft u alleen de VC-instellingen op te
geven.
2.
IPoE RFC 2684 Bridged:
Voer de juiste gegevens voor de IP-instellingen in
als deze optie is geselecteerd. Selecteer
Obtain an IP address
automatically
(Automatisch een IP-adres laten toewijzen) als uw
internetprovider een IP-adres toewijst bij het tot stand brengen van de
verbinding. Is dit niet het geval, selecteer dan
Use the following IP address
(Het volgende IP-adres gebruiken).
3.
IPoA RFC 2684 Routed (Gerouteerd):
Bij deze methode moet u een
permanent IP-adres gebruiken om verbinding te maken met het Internet.
4.
RFC 2516 PPPoE:
Sommige DSL-aanbieders maken gebruik van PPPoE
(Point-to-Point Protocol over Ethernet) om Internetverbindingen tot stand
te brengen. Als u PPPoE gebruikt, krijgt u automatisch een IP-adres
toegewezen.
5.
RFC 2364 PPPoA:
Sommige DSL-aanbieders maken gebruik van PPPoA
(Point-to-Point Protocol over ATM) om Internetverbindingen tot stand te
brengen. Als u PPPoA gebruikt, krijgt u automatisch een IP-adres
toegewezen.
Network Setup (Netwerkinstallatie):
Bij
Network Setup
(Netwerkinstallatie) configureert
u de IP-instellingen voor uw lokale netwerk.
DSL-modus (PTM/VDSL)
VDSL2 Profiles (VDSL2-profielen):
Selecteer de VDSL2-profielen die door uw
Internetprovider worden ondersteund.
De standaardinstelling is 'Auto (recommended)'
(Automatisch (aanbevolen)).
Enable VLAN (VLAN inschakelen):
De modem-router zal al het uitgaande verkeer via de
WAN-interface voorzien van een specifiek VLAN-nummer.
Neem contact op met uw
Internetprovider voor de gegevens.
VLAN-ID:
Zodra VLAN is ingeschakeld moet u een VLAN-ID invoeren. Het ID-bereik loopt
van 10 tot 4095.
Neem contact op met uw Internetprovider voor de instellingen die u
moet gebruiken.
Internet Setup (Internetinstellingen):
Bij
Internet Setup
(Internetinstellingen) kunt u de
router configureren voor uw Internetverbinding. De meeste gegevens kunt u opvragen via
uw Internetprovider.
Internet Connection Type (Type Internetverbinding)
16

Rate

4 / 5 based on 1 vote.

Bookmark Our Site

Press Ctrl + D to add this site to your favorites!

Share
Top